'Goeie grond' voor een duurzame groei

 

Hoe kiest een boer welk gewas er op zijn land komt te staan? Hij zal kijken naar de behoefte van zijn afnemers. Hij zal beoordelen of er gewassen bij zijn die geschikt voor zijn grond. Vervolgens gaat hij op zoek naar goed zaaigoed en tenslotte onderzoekt hij nog eens grondig of zijn land, zijn grond klaar is voor het gewas. Hij zal die grond zo bewerken, dat de kans dat het gewas tot volle groei komt zo groot mogelijk is. Hij weet: zijn grond bepaalt het resultaat. De boer kent zijn grond! 

 

Hoe kiest een team of management van een organisatie, in mijn voorbeeld een school, zijn scholing voor professionalisering? Er wordt gekeken waar behoefte aan is. Vervolgens gaat men op zoek naar een kwalitatief goede cursus of opleiding waarvan de inhoud aansluit bij de behoefte. De cursus of training wordt gevolgd. Maar na een tijdje stelt men vast: die cursus die zo geprezen werd door een collega-school heeft helemaal niet de verwachte opbrengst gehad. Wat een teleurstelling!

 

Hoewel ik geen boer ben en totaal geen verstand heb van het telen van welk gewas dan ook (behalve het onkruid in mijn 'laat het lekker gaan' - tuin), gebruik ik deze vergelijking voor mijn verhaal over de behoefte aan professionalisering en de manier waarop we omgaan met die behoefte. Een verhaal over de investeringen die gedaan worden en de soms tegenvallende resultaten. Wat kunnen wij leren van de boer?

 

Mijn verhaal gaat over onderwijs en over hoe we een veilig, ontspannen pedagogisch klimaat kunnen creëren. Want we weten: een veilig klimaat is een voorwaarde voor de leerlingen om zich optimaal te kunnen ontwikkelen en op didactisch gebied te kunnen floreren. En dat doel streven we na!

 

De vergelijking met de boer, de gewassen en de grond schoot mij deze week te binnen door een uitspraak van een directeur van een trainingsbureau. Naast Trauma Sensitief Lesgeven, TSL wil de organisatie ook Verbindend gezag en geweldloos verzet gaan aanbieden. 'Hartstikke mooi!' dacht ik. ‘Twee vliegen in 1 klap’. Maar vervolgens vertelde ze wat de achtergrond was van haar opmerking. Een schoolteam had de training TSL gevolgd. Ze waren er zeker wijzer van geworden. Maar ze misten concrete tools, handvatten. Daarom zouden ze ook graag een training Verbindend gezag en geweldloos verzet volgen. Ze hadden gehoord dat dat meer concreet was. Nu ben ik ervan overtuigd dat zo'n training zeker een verrijking zou zijn. Zelf ervaar ik als docent en trainer van beide zienswijzen aan den lijve hoe mooi deze twee elkaar aanvullen. Toch werd ik getriggerd door de opmerking. Want had dit team alleen behoefte aan nog een training of zou er ook iets anders een rol kunnen spelen? Dat ‘iets anders’ daar wil ik het over hebben. Dat zou volgens mij kunnen zijn: het onderzoeken en kennen van de grond, de basis waarop deze zienswijzen tot wasdom zouden kunnen komen. Wat bedoel ik dan met die grond? Nou, lees lekker verder. Ik ga het je vertellen.

 

We nemen even bovenstaand team met die behoefte aan 'meer'. Behoefte aan professionalisering om vervolgens beter in staat te zijn een veilig, ontspannen pedagogisch klimaat te creëren. Dat daarvoor autoriteit, gezag nodig is, wordt door het team erkend. Anders wordt het een puinhoop. Van alles is al geprobeerd: strenger straffen, ‘erbovenop zitten’, eindeloze gesprekken, schorsingen. En nu is besloten het eens goed aan te pakken. Er wordt een training ingekocht en een groot deel van het team is blij met het vooruitzicht. Er is gekozen voor een training TSL, Trauma sensitief lesgeven.

 

Het team leert veel van de training. TSL leert hen te kijken door de 'traumabril', te kijken achter het gedrag dat de leerling laat zien. Het leert dit door kennis en inzicht. Kennis over bijvoorbeeld het effect van trauma op de werking van het brein en inzicht in de levensloop van de leerlingen waar ze mee te maken hebben. Maar wanneer de tijd verstrijkt begint de twijfel en blijkt het allemaal toch niet zomaar te werken. Het enthousiasme neemt af en de waan van alle dag neemt het weer over. We zijn tenslotte allemaal druk. Maar de behoefte blijft en komt weer boven. Soms na een paar jaar, soms al sneller. En het team gaat weer op zoek. En het vindt Verbindend gezag en geweldloos verzet. De training wordt ingekocht en een (beduidend minder) groot deel van het team is blij met het vooruitzicht.

 

Het team krijgt uitleg over VGGV. ‘Verbindend gezag en geweldloos verzet’ gaat over liefdevol begrenzen. Dat wil zeggen dat je grenzen stelt zonder daar welke vorm van geweld dan ook bij te gebruiken. Daarvoor krijgt het team in de training concrete tools aangereikt. Tegelijkertijd leren ze over het belang van de relatie die je hebt met de leerling. Immers, je wil niet vanuit macht de leerling je wil opleggen, maar je wilt vanuit de relatie invloed uitoefenen op het grensoverschrijdende gedrag van de leerling. Gelukkig weet het team dat nog van de cursus TSL. Ook nu horen ze weer dat je elkaar nodig hebt om vol te kunnen houden en dat je goed voor jezelf moet zorgen! De gevolgde training heeft de gewenste tools gebracht  maar wanneer de tijd verstrijkt begint de twijfel en blijkt het allemaal toch niet zomaar te werken. Het enthousiasme neemt af en de waan van alle dag neemt het weer over. We zijn tenslotte allemaal druk…. Je voelt ‘m al….

 

Hoewel er gelukkig heel veel mooie voorbeelden zijn van teams op scholen, in de gezondheidszorg en jeugdzorg en niet te vergeten van de vele de ouders die met succes met een van bovenstaande zienswijzen aan de slag zijn gegaan, hoor ik zeer regelmatig het geluid dat vandaag de eerder genoemde directeur liet horen. Wat maakt dan dat het volgen van een training wel of niet de gehoopte opbrengst levert? Dat kunnen vele factoren zijn en voor één ervan ga ik nu verder over de boer en zijn grond.

 

Wanneer de boer een gewas verbouwt op zijn grond, zonder deze eerst te onderzoeken, dan kan hij mopperen wanneer het gewas zich niet goed ontwikkelt.  Maar het zou nuttiger om zijn grond te inspecteren. Hij heeft een belangrijke stap overgeslagen! Na de eerste mislukking is boer misschien verontwaardigd.  Het plaatje op het zakje met zaaigoed zag er zo goed uit! Maar wat hier nu op zijn landje staat, is maar een zielige afspiegeling ervan. Wat een tegenvaller! Wat een teleurstelling. Misschien voelt  hij zich zelfs een beetje bedrogen. Hij raapt zich bij elkaar en gaat een ander gewas proberen. Maar wat schetst zijn verbazing? Weer komt het gewas wel op, maar de opbrengst is minimaal. En dat voor zo’n investering! Zo'n boer zouden we dom of naief noemen. Hij kent zijn grond niet! Wat verwacht hij dan van de opbrengst?

 

Als je deze cyclus herkent in de scholing binnen je team, als er gemopperd wordt omdat een training 'toch zo weinig'  heeft opgeleverd, is het dan niet belangrijk om eerst de grond eens goed onder de loep nemen, voordat je overgaat op een volgende training die misschien weer dezelfde teleurstelling gaat brengen? Is het voor de teamleden helder wat de 'grond' is waarop ze bouwen en voortborduren? Erkennen de meeste teamleden deze grond ook als waardevol en een stevige basis? Is het concreet genoeg? Bestaat die grond, die basis vooral uit mooie woorden onder het kopje 'missie' op de website van de school of in het schoolplan of voelen de teamleden zich ermee verbonden? Zijn ze er trots op? In de zin van: 'Dit zijn wij en dit vinden wij belangrijk op deze school! We doen er alles aan om deze principes waar te maken. Kijk maar. Wij hebben namelijk......'  En vul dan maar in. Vanuit VGGV en TSL zouden dat tools kunnen zijn zoals 'herstelgesprekken', ' 'een rustruimte voor leerlingen die het even teveel wordt', 'veel contact met ouders op een constructieve manier', 'signaleringsplannen voor leerlingen EN het team'. 

Wanneer die verbinding er is. Wanneer het team ervaart dat wat er in de training geleerd wordt verbinding heeft met hun grond, hun basis, dan kan de training tot volle wasdom komen! Prachtig is dat! Al meerdere malen heb ik tijdens trainingen beide scenario's meegemaakt. Het is echt fantastisch om te zien wat een aantal kleine praktische tips al teweeg kunnen brengen. Dan weet je: ' Hier heb ik te maken met 'goeie grond' '. En ik herken ook die andere kant. Dat de goeie grond ontbreekt. Dat ook het managment niet helder voor ogen heeft wat de visie of missie concreet inhoud op de werkvloer. Het is voor mij een paar keer reden geweest om een training om te buigen naar het 'bewerken van de grond'. Daarbij is het helpend om inzicht te hebben in de betekenis van autoriteit, die afhankelijk is van een gezamenlijk gedragen grond. 

 

Paul Verhaeghe geeft in een interview, te zien op YouTube ('Weer wat strenger worden? Zo simpel is het niet' - https://www.youtube.com/watch?v=sjlDAy6XNDo ) een prachtige uitleg over autoriteit en wat er nodig is om autoriteit te kunnen uitoefenen. Ook hij benoemt dat er een gezamenlijke grond, een basis nodig is van waaruit je als team, als gemeenschap, maatschappij kunt functioneren. Zonder die gezamenlijke grond mist de basis waarop gezag, autoriteit erkend kan worden. De gezamenlijke grond van voor de jaren 60 van de vorige eeuw is komen te vervallen. Een duidelijk pakket van waarden en normen die werden onderschreven door het grootste deel van de maatschappij, geldt niet meer voor deze tijd. En er is nog geen nieuwe gezamenlijke grond ontstaan. We zijn aan zoekende. Ook Haim Omer, bedenker van het gedachtegoed van VGGV, benoemt dit. We zitten in een tussenfase. En als we niet investeren in het formuleren van die nieuwe grond, dan lopen we het risico te vervallen in macht, in een strijd om te zien wie de sterkste is. Dat kan zich uiten in conflicten tussen docenten en leerlingen maar ook tussen docenten onderling, ouders en docenten en noem maar op, 

 

De grond onderzoeken en gezamenlijke grond creëren? Dat klinkt als erg tijdrovend. Zo klinkt het. Maar als je eraan durft te beginnen, dan wordt het ‘tijdlovend’! We kunnen weer leren van gewassen: de aardbeien uit de kas zijn veel minder lekker dan dit uit de volle grond. Vaak hebben ze een waterig smaakje. En zo'n peterselieplantje dat uit de kas komt, dat je koopt bij de supermarkt hangt in no time slap. Ze hebben veel te snel moeten groeien. Gewassen die de tijd krijgen om te groeien zijn sterker en smaakvoller! 

 

Wat kan helpen om als schoolteam te vertragen. Een mooie tool hiervoor is 'OBIT', een model om te kijken naar leren. OBIT staat voor Onthouden, Begrijpen, Integreren en Toepassen. En hoewel dit model ontwikkeld is voor het onderwijs, namelijk om te kijken of een leerling alle fases van de leercyclus doorlopen heeft en de stof echt beheerst, passen we dit model niet toe wanneer het gaat om het onderwijzen van onszelf. We volgen een training, we krijgen een mooi certificaat en vervolgens.... tja, vul maar in. Wat als we training, scholing, professionalisering eens op de OBIT-manier gingen benaderen? Vanuit het besef dat je iets eigen maken tijd en oefening kost? Want tijdens een training van een paar dagdelen leer je waar het over gaat, hopelijk onthoud je er het nodige van. Misschien begrijp je sommige dingen ook al wel echt. Omdat ze aansluiten bij kennis en vaardigheden die je al had. Maar integreren doe je in de praktijk. Door oefening. En als je die fase gehad hebt, kom je tenslotte bij de mooiste fase, de creatieve: Toepassen, ook in onvoorspelbare situaties waarbij de denkstappen niet vooraf helder zijn. Dan zijn de mogelijkheden eindeloos. Opbrengst? Je voelt je competent en dat ben je ook!

 

Ik gun ieder team 'goeie grond' en voldoende tijd en geduld zodat trainingen kunnen zorgen voor mooie, duurzame opbrengsten. Opbrengsten die worden ervaren als een verrijking en bijdragen aan de competenties van een  team. Daar is in deze tijd lef, moed voor nodig. Want alles schreeuwt om snelheid, opbrengt, resultaat. 

 

Heb jij, heeft jullie team het lef om te vertragen? Misschien zelfs even 'stil te staan' om gezamenlijk de grond te onderzoeken en te bewerken? Om vervolgens mooie gewassen te laten groeien? Neem vrijblijvend contact met me op! Dat kan via het contactformulier op deze website of telefoonnummer 06 21868681. Ik kijk ernaar uit om samen grondig te werk te gaan!  

 

Wendy Verspeek

26-06-2025